Laatst had ik een lunch in restaurant De Nederlanden in Vreeland, en het was allemaal heerlijk en bovendien een warm bad van hartelijkheid, maar weet u wat me het meeste is bijgebleven? Hun broodjes. Die kwamen in een klein pannetje op tafel, net warm uit de oven. Kruimig en zacht onder een knapperig korstje. Voor je eigen veiligheid moet je in een restaurant nooit te veel brood snoepen, maar dit exemplaar wilde ik toch echt liefst helemaal oppeuzelen.
Navraag wees uit dat het meel van de lokale molen komt en dat ze er al jaren een eigen zuurdesemstarter voor gebruiken. U weet wel, zo’n levende gistcultuur voor brood. Ze regelen er speciaal oppas voor als het restaurant dicht is wegens vakantie. Heel attent kreeg ik het recept mee. Dat het voor 70 broodjes tegelijk is, dat is nog wel overkomelijk. En toch gaat thuis namaken me nooit lukken, want het belangrijkste ingrediënt is een portie van dat gekoesterde ‘moederdeeg’. Dat bepaalt die onweerstaanbare lekkerheid.
En toen las ik in Trouw een artikel van Bianca Bartels over haar broodbakkersfamilie, waar ze ook een boek over schreef, Brood op de plank. Ook al is ze zelf niet in het bedrijf terecht gekomen, ze kan nog steeds niet zomaar langs een bakkerij lopen: ‘Een onzichtbaar lint van geursensaties slingert dan door de lucht. Het wikkelt zich om je heen en trekt je de winkel in.’ Mmm, ik kreeg acuut zin in versgebakken brood. Helemaal als ik in de laatste alinea lees over geniaal desembrood met walnoten, want ik heb nog een krat zelfgeraapte walnoten staan.
Lees verder op www.kokenmetkarin.nl
Geplaatst op 15 mei 2023 door KokenmetKarin