Gasten en vis blijven drie dagen fris. Hoe waar dat is, merkte ik na tweeëntwintig logés in zeven weken tijd. Niet allemaal tegelijk hoor, maar in plukjes, variërend van één tot drie nachtjes. Had ik al verteld dat ik een huis heb gekocht in Frankrijk? Mijn genereuze uitnodigingsbeleid (“Kom gezellig eens kijken naar mijn nieuwe paleisje!”) zorgde voor een constante toevloed aan passanten. Daarbij geholpen door de coronacrisis, waardoor menigeen ineens zonder vakantieplannen zat, terwijl mijn Normandische huis op slechts vijf uur rijden een zee aan rust en ruimte bood.
Dat heb ik geweten. Ik blééf boodschappen doen, eten koken, taarten bakken, slepen met wijn en niet te vergeten wasgoed. Maar wel beregezellig en een welkome afleiding tussen al het klussen door. Bovendien raakten de bezoekers niet uitgejubeld over mijn nieuwe prachtstek, dus ik glom van trots.
Alle logés zijn even leuk, maar sommige blijken toch nét wat leuker dan anderen. Mijn favoriete gasten sprinten ’s ochtends als eerste naar de bakker (“Wie wil er een croissantje?”), storten zich daarna op de tuin (“Nee joh, dat vind ik juist leuk!”) en vragen of er nog wat te klussen valt (“Ik heb altijd mijn eigen setje schroevendraaiers bij me”). En toen kwam ook nog mijn dierbare culicollega Onno Kleyn langs. Terwijl zijn vrouw fluks de meegebrachte vlinderstruiken begon te planten, bond hij een schort voor en ging lekker staan koken. Met mij glunderend met een glas in de hand ernaast. Zo jammer dat ze na twee nachten alweer vertrokken.
Lees verder op www.kokenmetkarin.nl
Geplaatst op 09 december 2020 door KokenmetKarin