Spaghettipompoen

‘Echt geweldig!’ zei de een. ‘He-le-maal niks,’ zei de ander, ‘hup, meteen de vuilnisbak in.’ Het ging over een speciale pompoensoort, de spaghettipompoen. Zelfs de supermarkt schijnt ze te hebben, maar ik ging ervoor naar groenteboer. Kijk, pakte die z’n telefoon erbij, op internet staan allerlei filmpjes wat je ermee moet doen: opensnijden, garen, het vruchtvlees omwoelen met een vork en ziedaar het mirakel. Allemaal sliertjes, vandaar de naam. En dan – het waren Amerikaanse filmpjes – kwam het vanzelf goed als je er maar genoeg kaas bij deed.

Twee kilo
Een flink gevaarte, ovaal, lichtgeel en bijna twee kilo. Netjes doormidden klieven in precies twee even grote helften was nog best even een dingetje. Maar daarna bleek het een makkie. Nu had ik bij eerdergenoemde twee ervaringsdeskundigen natuurlijk even advies ingewonnen. De voorstander had koken in bouillon geprobeerd, maar garen in de stoomoven beviel het beste. Die heb ik niet, dus bij mij werd het de gewone oven. Ik kreeg ook de tip om de sliertjes vooral niet te verdelen over borden, maar gewoon de complete pompoenhelften te serveren, veel handiger.

Echte spaghetti?
Overigens bleek die aanvankelijke kilo pompoen per persoon gelukkig mee te vallen: bijna de helft bestaat uit pitten, draden en schil. Dan nog blijft er zeker een pond eetbare groente per persoon over, nog los van de saus, dus dat zal het Voedingscentrum leuk vinden. Wij thuis vonden het heerlijk. Dus toch nog even die ander gebeld, die van de vuilnisbak. Wat was nou het probleem? ‘Niet pompoensmakerig genoeg en niet te vergelijken met echte spaghetti.’

Lees verder op www.kokenmetkarin.nl

Geplaatst op 09 januari 2021 door KokenmetKarin