Van de boekpresentatie-annex-mossellunch van het nieuwe Zeeuwse mosselkookboek van Bart van Olphen (zie gisteren) kreeg ik, hoezee, een bak mosselen mee naar huis, dus diezelfde avond at ik wéér mosselen. Heerlijk! Overigens gewoon naar een van mijn eigen recepten, met witte wijn en restjes groente uit de groentela. Gelukkig had ik na die lunch niet heel veel trek, want het hoofddoel was om voldoende gare mosselen over te houden om de dag erna wél een recept van Bart te kunnen maken. Dat werd de mosselrisotto met venkel en zeekraal.
Belangrijk: kook eerst een bak mosselen op de wijze die je wilt, als het maar met een scheut drank (witte wijn, vermout) en wat groente is. Haal de overgebleven gare mosselen uit de pan, peuter ze uit de schelpen, met uitzondering van een paar, dat ziet er straks leuk uit. Bewaar ze afgedekt in een schaaltje in de koelkast voor morgen. Zet de pan met mosselvocht in de koelkast. Of giet het over in iets kleiners als de pan niet in je koelkast past, maar zeef de hele bups pas de volgende dag, dan zitten alle smaken er lekker goed in, en heb je een geweldige basisbouillon voor je risotto. Bart voegt ook nog visbouillon toe in zijn recept, maar in mijn geval bleek het mosselvocht, aangevuld met een scheut water, prima te voldoen.
Lees verder op www.kokenmetkarin.nl
Geplaatst op 17 maart 2021 door KokenmetKarin