Laatst had ik er weer eentje, een klassieke reactie op mijn onvermoeibare strijd tegen de poedermixen ter verheffing van het complete volk: “Het is vast lekkerder zonder pakjes en zakjes, maar als je niet zo’n geweldige kok bent, zoals ik, en nooit hebt leren koken, dan is het een uitkomst.” Ik ben zelf het levende bewijs dat dit hardnekkige vooroordeel niet klopt. Ook ik heb niet van huis uit leren koken, ik heb het mezelf min of meer aangeleerd met behulp van kookboeken en tijdschriften. Koken is net als zwemmen en fietsen: simpelweg een kwestie van vaak doen, dan komt de handigheid vanzelf. Waarbij het uiteraard wel helpt als je in de buurt een lichtend voorbeeld hebt.
Veel te veel
Tijdens mijn studietijd leerde ik Tim kennen. Een enorme kookliefhebber, alleen net gescheiden en hij vond het lastig om ineens voor één persoon te koken. Lees: hij maakte steevast veel te veel. Gelukkig woonde ik om de hoek en ik wilde best helpen opeten. Al snel kwam ik zo vroeg mogelijk, dan kon ik gezellig meedoen in de keuken. Lang verhaal kort: van niemand heb ik zo veel geleerd als van hem. Van verse pasta tot pilav, van complete patés tot pavlova’s. En dan heb ik het alleen nog maar over de letter P.
Durven
Intussen is hij alweer vele jaren gelukkig hertrouwd en nog altijd de kok in huis. Alleen woont hij helaas niet meer om de hoek, dus onze etentjes zijn wat minder frequent, maar ik verheug me elke keer weer op ons weerzien en zijn kookkunsten. En nou is het gekke, toen hij laatst aan zijn collega’s vertelde dat ik kwam eten, riepen die verbijsterd in koor “Durf jij voor Karin te koken?” Hoezo durven? Omdat ik toevallig kookboeken schrijf en een hoekje in de krant vol pen? We hebben er samen smakelijk om gelachen. En ik kreeg lekker het recept mee naar huis van zijn heerlijke toetje: rijstsouffleetjes met citroen.
Lees verder op www.kokenmetkarin.nl
Geplaatst op 01 januari 2021 door KokenmetKarin