Pastéis de nata

Allemaal weer terug van vakantie? Ik ook, dus hoog tijd om mijn website weer op te porren. Afgelopen zomer had ik in Trouw een Europese zomerserie, die komt nu ook hier online. We trappen af met Portugal en z’n verrukkelijke puddinggebakjes: pastéis de nata.

Na een studie Frans en Spaans met Italiaans als bijvak zou je denken dat Portugees er ook nog wel bij kon. Maar niets bleek minder waar tijdens mijn bezoek aan Lissabon. Geschreven heeft de taal een hoop weg van het vertrouwde Spaans, maar de uitspraak is compleet anders. In de metro werd het een sport om elke haltenaam hardop uit te spreken voordat ‘ie werd omgeroepen. Mijn versie kwam nimmer zelfs maar in de buurt van die van de ingeblikte omroepmevrouw, die grossierde in zwoele klanken à la ‘aiiinzj’ en ‘oenzjh op allerlei onverwachte plekken. Ik kon er in het geheel geen chocola van maken.

Belém
Daarom beet ik me maar vast in iets anders, een zoektocht naar de lekkerste pastéis de nata. U kent ze vast wel, die romige puddingtaartjes die intussen ook in ons land in menig horeca-etablissement te vinden zijn. Het iconische gebakje (enkelvoud: pastel de nata) uit Portugal vindt zijn oorsprong in Belém, de haven aan de Taag van waaruit Vasca da Gama en consorten in de 15e en 16e eeuw vertrokken op hun ontdekkingsreizen. Maar tegenwoordig is de inmiddels buitenwijk van Lissabon beroemder om de bakkerij uit 1837 die zich simpelweg ‘Pastéis de Belem’ noemt.

Verslavend
Dag in, dag uit staat er een enorme wachtrij voor een meeneemdoosje of een tafeltje in de hectische wirwar van zaaltjes en kamertjes van het bijbehorende koffiehuis. Wat is er nou zo verslavend lekker aan? Om te beginnen natuurlijk het contrast tussen het knapperige bladerdeeg en de zachtromige, zoete vulling.

Lees verder op www.kokenmetkarin.nl

Geplaatst op 16 januari 2021 door KokenmetKarin