Iedereen die een beetje last heeft van een suikerverslaving weet dit maar al te goed: ’s avonds kan die suikerdraak ineens de kop op steken. Terwijl je nog zo goed bezig was! Je hebt bijvoorbeeld de hele dag netjes Paleo gegeten. Je Paleo ontbijtje was erg lekker en zo rond lunchtijd begon je honger te krijgen waarna je met smaak je lunchtrommel leeg hebt gegeten. Rond een uur of 4 had je eigenlijk wel trek, maar je vertelde jezelf dat je werkdag er al bijna op zat. Thuis stond het diner tenslotte al klaar in de slowcooker dus je kon meteen aanvallen, wat ook goed smaakte.
Maar daar zit je dan ’s avonds op de bank, en je hoofd kan maar aan één ding denken. Iets zoets. Je suikerverslaving steekt de kop weer op. Eerst kun je jezelf nog wel vertellen dat je écht genoeg hebt gegeten vandaag en je dus niet nog meer eten nodig hebt. Maar hoe meer weerstand je probeert te bieden aan je trek in zoet, hoe sterker de drang.
De koelkast heb je al een keer of 3 open en dicht gedaan, en zo ook de lade waar je normaal de chocolade in bewaart. Je voelt je wilskracht verslappen. Zucht, zal je er dan toch maar aan toegeven?
Zo’n op het oog goed verlopen dag kan dan ontaarden in een race tegen de klok. Het voelt als een eetbui. Je hebt geen controle meer, je wil alleen maar meer en meer eten, zolang het maar zoet is. Ik begrijp je, ik heb het ook gehad. Ik weet ook dat dit een flinke deuk in je zelfvertrouwen achter kan laten. Vooral wanneer dit zich regelmatig herhaalt.
Ik kan je ook vertellen dat je hier jezelf niet de schuld van hoeft te geven. Je bent niet zwak en je hebt al helemaal geen gebrek aan wilskracht. Juist niet! Anders had je de rest van de dag niet zo goed voor jezelf gezorgd qua voeding.
De enige manier om te achterhalen waaróm je dan toch zin in zoet blijft houden in de avond, is door te kijken waar dit gevoel vandaan komt.