De hoofdreden om niet de Trans-Siberië Express te nemen, van Moskou naar Vladivostok, maar de Trans-Mongolië Express is uiteraard Mongolië. Maar wat eet je daar? Buuz natuurlijk, vleesravioli! En die zijn ook thuis eenvoudig te maken.
Mongolië is een immens groot land waar de treinreiziger maar een klein stukje van meekrijgt. De onvermijdelijke hoofdstad Ulaanbaatar vond ik een afknapper: een uit de grond gestampt sfeerloos geheel van ronkende files.
Al is het wel de vraag hoe lang dat nog duurt, want het toerisme rukt zichtbaar op. Kon je tot een paar jaar geleden als bezoeker alleen logeren bij een nomadenfamilie in een ger (het Mongoolse woord voor yurt), nu worden de heuvels volgebouwd met speciale toeristenkampen vol keurige rijtjes gers, inclusief restaurant.
Ik had me enorm verheugd op mijn kennismaking met de nomadische culinaire specialiteiten, maar de gids annex tolk waarschuwde al meteen: ‘De Mongoolse keuken is niks, alleen maar vlees en ingewanden’. Waarna de kampkok ons een plezier dacht te doen met kipfilet met ananas. Gelukkig kon ik de volgende dag terecht bij een Mongoolse familie, waar ik een fijn ontbijt kreeg van boortsog, gefrituurde bonkige koekjes die je dipt in urum, hele dikke clotted cream. Een emmer verrukkelijke zelfgemaakte yoghurt kwam ook op tafel. Dit alles vergezeld van vele kommetjes suutei tsai, zoute melkthee. Klinkt raar, is erg lekker.
Samen met Namdja, de vrouw des huizes, ging ik buuz (spreek uit: boetz) maken, de nationale ravioli, of zo je wilt dumplings. Al snel zaten we samen gezellig te rollen, vouwen en vullen.
Zo simpel, slechts bloem, schapenvlees, ui en zout. Maar zo heerlijk, die wilde ik thuis beslist namaken. En dat bleek helemaal niet moeilijk.
Lees verder op www.kokenmetkarin.nl
Geplaatst op 11 januari 2021 door KokenmetKarin