Ik krijg regelmatig de vraag van lezers waarom ik bij mijn ingrediëntenlijstjes in Trouw geen ‘biologisch’ toevoeg, maar dat gaat me te ver. Ten eerste omdat het de eindredactie en vormgever tot wanhoop zou drijven, van die lijstjes met in elke regel het woord ‘biologisch’ erin. Maar vooral: ik vind dat een persoonlijke keuze, zowel inhoudelijk als financieel. Bovendien heb ik mijn handen al vol aan het ervoor zorgen dat de mensheid de pakjes en zakjes met zinloos kant-en-klaarspul links laat liggen. Zeker nu ook de voedingsindustrie heeft ontdekt dat er geld te verdienen valt met biologisch, zodat ze ineens ‘lekker duurzaam’ lopen te doen met hun maaltijdmixen. Een gotspe van formaat want volledig tot poeder verpulverde biologische groenten, aangevuld met suiker en zout zijn toch niet de manier om duurzamer te gaan eten? Laat staan lekkerder? En u weet, ik ben van de afdeling lekker.
Neem nou mijn geweldige groenteboer om de hoek. Omdat hij veel levert aan de Amsterdamse horeca heeft hij een duizelingwekkend assortiment met de mooiste dingen. Van lambada’s tot asperges en opperdoezers, hij is altijd de eerste die ze heeft. Wat Sjakie had in de chocoladefabriek, dat heb ik bij mijn groenteboer. Ik kom steevast tassen te kort voor al dat hebberigmakende spul. Als ik iets speciaals nodig heb voor een kookboek of tv-opnames, dan mag ik hem zelfs ’s avonds bellen, waarna hij er de volgende ochtend bij de groothandel naar op zoek gaat. En de grap is: hij verkoopt biologisch en niet-biologisch door elkaar. Soms staat het erbij, vaak ook niet. Want hij kiest net als ik op smaak, niet op een keurmerk.
Lees verder op www.kokenmetkarin.nl
Geplaatst op 21 maart 2021 door KokenmetKarin